Conflictsdialoog


Bij onenigheden en ruzies tussen kinderen wordt een conflictsdialoog aangegaan. Kinderen stellen daarbij vragen aan elkaar en geven antwoord op elkaars vragen. Het is de bedoeling dat kinderen niet oordelen over elkaar zolang niet duidelijk is wat de intentie van de ander was.

De aanleiding voor een conflictsdialoog kan een kind zijn die naar de leerkracht toekomt of een kind zijn dat huilt. De leerkracht brengt de kinderen samen. Vervolgens gaan de kinderen tegenover elkaar staan. Het gesprek begint altijd met een constatering van een kind. Daarna stelt dit kind hier een vraag over aan de ander. De ander beantwoordt de vraag en stelt een vraag terug. Op deze manier kan de kern van het conflict beter gevonden worden. De leerkracht heeft hierbij een begeleidende rol. Bij het oplossen van conflicten wordt naderhand de nadruk gelegd op de gevoelens die opgeroepen worden bij voorvallen. Door gevoelsvragen te stellen, leren kinderen dat hun gedrag anderen pijn kan doen. Aan het einde van het gesprek geven beide kinderen elkaar een hand en zeggen ze sorry tegen elkaar. Kinderen leren overigens hun zinnen altijd te beginnen met “Ik voel me...” of “Ik denk dat...” in plaats van “Jij bent...” of “Jij doet...” 

Voorbeeld 1

Het is pauze en Alex komt naar de leerkracht toe. Hij zegt dat Bram hem geschopt heeft. De leerkracht loopt samen met Alex naar Bram toe. Vervolgens gaan de twee kinderen tegenover elkaar staan en begint het dialoog.

  1. Alex: “Waarom schopte je mij?”
  2. Bram: “Omdat je je middelvinger naar me opstak. Waarom stak je je middelvinger op?”
  3. Alex: “Omdat je me een sukkel noemde. Waarom noemde je me een sukkel?”
  4. Bram: “Omdat je niet met me wil spelen. Waarom wil je niet met me spelen?”
  5. Alex: “Omdat je nooit goed meedoet.”

De leerkracht zou Alex kunnen vragen wat Bram dan niet goed doet tijdens het spelen. Alex zou dan bijvoorbeeld kunnen antwoorden dat Bram altijd alles kapotmaakt. Aan Bram wordt gevraagd of het klopt wat Alex zegt. Als Bram stil zou worden, zou dit kunnen impliceren dat de essentie van het conflict is gevonden. Nu kan er ingespeeld worden op het gevoel.

    1. Leerkracht: “Alex, hoe vind je het als Bram iets stukmaakt?”
    2. Alex: “Dat vind ik niet fijn, want dan moet ik helemaal opnieuw beginnen met bouwen.”
    3. Leerkracht: “Bram, hoe vind je het dat Alex daarom niet met je wil spelen?”
    4. Bram: “Niet leuk, want ik wil ook graag meespelen.”

      De conclusie die de leerkracht kan trekken is dat het niet de bedoeling is om (1) dingen stuk te maken, (2) iemand een sukkel te noemen, (3) je middelvinger op te steken en (4) een conflict op te lossen door iemand te schoppen. Er wordt de kinderen gevraagd of ze dit begrijpen. Daarna geven de kinderen elkaar een hand en zeggen ze beiden “sorry” tegen elkaar.

      Voorbeeld 2

      De leerkracht ziet dat Celine aan het huilen is. De leerkracht gaat naar haar toe en vraagt haar wat er is gebeurd. Ze zegt dat Daan haar een rotwijf heeft genoemd. De leerkracht vraagt Daan om erbij te komen. De kinderen gaan tegenover elkaar staan en het dialoog begint.

      1. Celine: “Waarom noemde je mij een rotwijf?”
      2. Daan: “Omdat je op mijn voet ging staan. Waarom stond je op mijn voet?”
      3. Celine: “Dat deed ik per ongeluk.”
      4. Daan: “Nee, dat deed je expres.”

      De leerkracht zou Daan erop kunnen wijzen dat hij niet zeker kan weten dat Celine het expres deed. Celine zegt dat het per ongeluk was, dus Daan zou haar hier best op mogen vertrouwen. Vervolgens wordt ingespeeld op het gevoel.

        1. Leerkracht: “Daan, hoe vond je het dat Celine op je voet stond?”
        2. Daan: “Het deed best wel veel pijn.”
        3. Leerkracht: “Celine, hoe vond je het dat Daan je een rotwijf noemde?”
        4. Celine: “Dat vond ik niet leuk.”

          De conclusie die de leerkracht kan trekken is dat het niet fijn is als iemand je een rotwijf noemt als je iets per ongeluk deed. Daan zegt sorry tegen Celine en Celine zegt sorry tegen Daan, ook al was het staan op de voet niet expres bedoeld.

          Maak jouw eigen website met JouwWeb