Oordeelsvrije interactie
Kinderen leren zich terughoudend op te stellen in hun oordeel over anderen. Er wordt hen geleerd dat er vrijwel altijd een reden is voor situaties of gedragingen. Daarbij leren kinderen al van kleins af aan de magische woorden, zoals “dankjewel”, “alsjeblieft” en “sorry”. Op deze manier leren ze beleefd en respectvol te zijn naar elkaar. Ook worden kinderen communicatieve vaardigheden aangeleerd, waarbij ze onder andere hun gevoelens en gedachten leren verwoorden naar elkaar. Zo leren ze hun innerlijke gevoelswereld te uiten naar de buitenwereld. Zodra er conflicten tussen kinderen ontstaan, worden deze opgelost door elkaar om de beurt te bevragen. Zo wordt een conflictsdialoog aangegaan. Via dit dialoog kan de kern van het conflict beter gevonden worden.
“Je weet niet wat er in iemands hoofd omgaat, dus waarom zou je over anderen oordelen?”
Bovendien wordt kinderen kennis bijgebracht over cultuur en religie. Zo wordt er aandacht besteed aan diverse culturen en verschillende geloofsovertuigingen. Daarnaast wordt er ook zorg besteed aan de natuur. Kinderen leren om verantwoordelijk en zorgzaam met de natuur en het milieu om te gaan. Leerkrachten leren kinderen verder zoveel mogelijk positief en optimistisch te denken. Zo wordt hen bijvoorbeeld geleerd dat er overal voordelen en positieve aspecten aan zitten en dat er overal mogelijkheden en kansen zijn.
“Een optimistische levenshouding is cruciaal voor het creëren van een fijnere wereld.”
Maak jouw eigen website met JouwWeb